Golftip 11: Chippen
Chippen
Veel golfers hebben grote problemen met het chippen. Een veel gehoorde klacht
tijdens onze lessen is: “de bal rolt alleen maar en gaat veel te ver”. Laten we
eens kijken wat de meest voorkomende problemen in de techniek zijn.
- Vaak proberen we zelf de bal te veel omhoog te slaan (scheppen). We
proberen om onder de bal te slaan i.p.v. er tegenaan, zoals we bij alle
anderen slagen doen. Dit resulteert meestal in te vroeg de grond raken of het
raken van de bovenkant van de bal (toppen).
- Een ander probleem is, dat tijdens de beweging het lichaamsgewicht zich
verplaatst naar het achterste been. Hierdoor raken we ook meestal te vroeg de
grond of we raken de bovenkant van de bal.
Door bovenstaande problemen raken we de bal dus in de opwaartse beweging van
de zwaai, waardoor de bal juist niet de lucht in gaat. Hoe meer we dus proberen
om de bal “omhoog” te slaan, des te vaker zal deze laag blijven.
Probeer eens om tijdens het chippen er niet aan te denken, dat de bal
omhoog moet. Denk dat de bal naar het doel moet, dus naar voren. Maak de zwaai dus
ook voorwaarts naar het doel. Hierdoor zal de hoek van de club er elke keer
voor zorgen, dat de bal omhoog gaat. Het is dus eigenlijk onmogelijk om met
een club met veel loft (hellingshoek) de bal niet de lucht in te krijgen. Een
bijkomend voordeel zal zijn, dat de loft op het moment van raken steeds
hetzelfde zal zijn. Hierdoor is de vlucht en dus ook de uitrol steeds constant
en dat is wat we allemaal willen.
Ik wens u veel oefen-, les- en speelplezier toe!
Gerd-Jan Toonen
Golfprofessional