Golftip 8: Putten voor punten
Het putten is relatief gezien het makkelijkst en het snelst te verbeteren. Dit komt, doordat
de putt-stroke technisch gezien de makkelijkste is. Het gaat namelijk om de
eenvoudigste beweging in golf, die daarom ook het makkelijkst aangepast kan
worden. Buiten het aanpassen van de puttingstroke op zich is het erg belangrijk
om het putten te oefenen. Het grootste gedeelte van het putten bestaat tenslotte
uit gevoel.
Bij het juiste gevoel wordt het
makkelijker om de bal de juiste afstand te laten rollen. Het geven van afstand
is bij het putten veruit het belangrijkste. De doelstelling moet namelijk zijn
om in ieder geval nooit meer dan 2 putts per hole nodig te hebben. De eerste
putt moet in de buurt van de hole terechtkomen, zodat met de volgende uitgeholed
kan worden. Vanzelf zult u dan ook eens uw eerste putt in de hole slaan. Te
aanvallend putten heeft vaak tot gevolg, dat de bal ver voorbij de hole rolt,
waardoor de volgende putt ook wordt gemist en een 3-putt het gevolg is.
Hieronder volgen enkele aanwijzingen, die ik erg belangrijk vind tijdens het putten:
- Bij het vastpakken van de grip dient u erop te
letten, dat de grip zoveel mogelijk in het midden van uw handpalm valt. Dit in
tegenstelling tot de grip bij de fullswing, die meer in de vingers ligt. Zorg
ervoor dat de handpalmen parallel aan het clubblad lopen. Ook dient u de
putter vast te houden als een verlengstuk van uw linkerarm (bij rechtshandige
spelers). Dit is van belang om het “breken” van de polsen, oftewel het
“tikken” tegen de bal, zoveel mogelijk te voorkomen. Hierdoor wordt het
makkelijker om de bal de juiste afstand te geven. Erg belangrijk bij het
“grippen” is, dat de grip zo los mogelijk op de club is geplaatst.
- Ook bij de houding wil ik u wijzen op een paar
belangrijke dingen. Om de grip goed te kunnen plaatsen dienen uw armen zo
ontspannen mogelijk naar beneden te hangen. Zorg ervoor, dat u goed voorover
staat, waardoor uw bovenlichaam boven de bal komt. Neem hierbij in acht, dat
uw linkeroog loodrecht boven de bal uitkomt. Contoleer of uw voeten, knieën,
heupen en schouders exact parallel zijn geplaatst aan uw slagrichting.
- Het clubblad dient loodrecht op de slagrichting
gericht te zijn. Een hulpmiddel om uw clubblad loodrecht op de slagrichting te
plaatsen, is bijvoorbeeld door gebruik te maken van het merkteken op uw bal.
Markeer uw bal en plaats de bal daarna terug met het merk parallel aan de
slagrichting. Het enige, dat u dan nog moet doen, is het clubblad haaks op het
merk van de bal plaatsen. Uw clubblad staat dan automatisch loodrecht op de
slagrichting.
- Tijdens het putten is het belangrijk om
de bal te raken in de “opwaartse lijn” van de stroke. In de startpositie wordt
de bal daarom loodrecht onder het linkeroog geplaatst. Wanneer de bal wordt
geraakt in de opwaartse lijn, ontwikkelt de bal topspin. Hierdoor blijft de
bal zuiverder en sneller rollen. De backswing dient daarbij niet te lang te
zijn. Hierdoor blijft u altijd accellereren in de doorzwaai waardoor een mooie
ritmische stroke ontstaat en er meer beheersing over de afstand ontstaat.
Wanneer de backswing te lang is, zwaait u niet door de bal. Het clubblad haalt
de handen in, waardoor u vaak de bal linksaf ziet verdwijnen. Ook wordt
hierdoor de beheersing over de afstand minder.
Ik zou u twee oefeningen voor het putten
willen meegeven. Probeer eens te putten met de club in één hand en probeer eens
te putten met uw ogen dicht. Dit zijn twee oefeningen om uw gevoel voor het
putten verder te ontwikkelen.
Succes met oefenen!
Gerd-Jan Toonen
Golfprofessional